Scriptie van de week Klaas Westrik: Hitler in de Kamer: ‘Hitler’ in de Handelingen 1933-2013

22 januari 2014 Uit Door admin

In de landelijke scriptie databank zoekt onze redactie iedere week naar de pareltjes onder de vaderlandse academische kunstwerken. Wij speuren de maker van een scriptie op en vragen hem of haar het hemd van het lijf. Deze week is de 29-jarige Klaas Westrik aan de beurt. Met zijn scriptie Hitler in de Kamer: ‘Hitler’ in de Handelingen 1933-2013 heeft hij zijn master Politieke Culturen en Nationale Identiteiten aan de Universiteit van Leiden afgerond. Hieronder een aantal prangende vragen die we aan Klaas hebben gesteld. Over zijn scriptie, studie en toekomstplannen.

Waar gaat de scriptie in het kort over?
Ik heb onderzoek gedaan naar referenties aan Adolf Hitler in ons parlement. Hoe wordt Hitler gebruikt als argument door Tweede Kamerleden?

Wat is de conclusie?
Hitler komt in de Handelingen (de notulen van debatten in het parlement) vaker voor dan Mussolini, Mao en Stalin bij elkaar. Dat wijst op het belang van de Tweede Wereldoorlog in Nederland. Die invloed van de Tweede Wereldoorlog zien we terug in debatten in het parlement. De transformatie van het argument is opvallend. Hitler leefde in 1933 nog, maar werd toen al wel in verband gebracht met autoritair dictatoriaal gedrag. Die aspecten zien we ook na de oorlog terug, maar in de loop van de tijd wordt het een karikatuur. In het euthanasiedebat komt bijvoorbeeld de Hitlervergelijking terug, of het abortus debat. Daar is de redenering vaak: Hitler deed het ook (experimenteren met eugenetica bijvoorbeeld), daarom moeten wij er juist vanaf zien. Dit argument heet ook wel de reductio ad Hitlerum, iets of iemand in diskrediet proberen te brengen door het te associëren met iets wat Hitler deed.

Welk cijfer heb je voor de scriptie gekregen?
Ik heb nog geen cijfer binnen, maar wel een voldoendeverklaring.

Waarom heb je voor dit onderwerp gekozen?
Ik had zelf nooit zoveel met de geschiedenis van de Tweede Wereldoorlog. Wel had ik veel met politiek debat. Voor een mastervak moesten we een boek lezen waarin stond dat Colijn in de jaren dertig met Hitler werd vergeleken in propaganda van de SDAP (de voorloper van de PvdA). Ik vroeg mij af of dat vaker gebeurde. Dat bleek waar te zijn. Daarbij vind ik argumenteren en discussiëren interessant. Al deze aspecten komen in deze scriptie terug.

Hoelang is aan de scriptie gewerkt?
Ik ben in oktober 2012 begonnen met schrijven, het idee was natuurlijk al wel eerder ontstaan. Daarvoor zit dus nog een tijdje vooronderzoek.

Hoe was de begeleiding van de scriptiebegeleider?
Ik ben er tevreden over mijn scriptiebegeleider. Met zijn kritiekpunten was ik het altijd eens. Dat werkte wel fijn, omdat je weet waar je aan toe bent.

Wat was het moeilijkst aan het schrijven van de scriptie?
Omdat ik een lange periode heb beschreven (80 jaar) heb ik me in veel debatten moeten verdiepen, dat was zeker uitdagend maar ook zeer tijdrovend. Eigenlijk is een groot deel van de geschiedenis van de afgelopen eeuw besproken in debatten waarin ‘Hitler’ genoemd werd.

Wat heb je geleerd van (het schrijven van) de scriptie?
Parlementariërs in de oppositie grijpen naar vaak extremere voorbeelden of argumentatie om hun punten duidelijk te maken. Zij hoeven ook geen compromis te sluiten, dat zie je terug in de manier waarop zij argumenteren. Ook heb ik geleerd dat je het uiteindelijk allemaal zelf moet doen (het scriptie schrijven). Je kunt wel wachten tot anderen bereid zijn je te helpen, maar het schrijven moet je toch alleen doen. Als je er niet uitkomt moet je zelf naar een oplossing zoeken en niet wachten op een deus ex machina die het wel even voor je zal oplossen.

En nu, wat zijn je carriereplannen?
Ik heb mij voor aangemeld als Rijkstrainee, de inschrijving voor de eerste sollicitatieronde eindigde vorige week maandag 15 april. Ik hoop dat ik naar de tweede ronde mag. Anders ga ik verder zoeken, iets met politiek, debat, retorica of journalistiek lijkt me heel leuk.

Waar zie je jezelf over 5 jaar?
Altijd moeilijk die vraag. Hopelijk heb ik een vaste baan met een prima inkomen, maar toch nog veel tijd voor mijn vrienden, familie en vrijwilligerswerk.