Vast tussen het spoor van machts- & afhankelijkheidsrelaties

22 januari 2014 Uit Door admin

In de landelijke scriptie databank zoekt onze redactie iedere week naar de pareltjes onder de vaderlandse academische kunstwerken. Wij speuren de maker van een scriptie op en vragen hem of haar het hemd van het lijf. Deze week is Sander aan de beurt. Met zijn scriptie “Vast tussen het spoor van machts- &  afhankelijkheidsrelaties: De rol van provincies bij de ontwikkeling van stationslocaties in provinciaal corridorverband” heeft hij zijn master Planologie aan de Universiteit Utrecht afgerond. Hieronder een aantal prangende vragen die we aan Sander hebben gesteld. Over de scriptie, studie en toekomstplannen.

Waar gaat de scriptie in het kort over?
Het is een onderzoek naar de rol van provincies bij de ontwikkeling van stationslocaties conform het planconcept Transit Oriented Development. Er wordt gekeken naar de rol die de provincie inneemt vanuit de formele- en informele settings. Machts- en afhankelijkheidsrelaties worden bestudeerd (zowel intern als op extern niveau). De cultuur van de provinciale organisaties wordt onderzocht en het vermogen om de beleidsdomeinen ruimte en mobiliteit intern te verenigen wordt eveneens onderzocht.

De belangrijkste veronderstelling van dit onderzoek betreft de verwachting dat verschillende aspecten (zoals objectkennis, de formele bestuurlijke indeling van de overheid, de culturele regels binnen het netwerk en de machts- en afhankelijkheidsrelaties tussen de betrokken actoren) van invloed zijn op de rol die de provincie inneemt bij de ontwikkeling van stationslocaties. De redenering hierbij is dat de rol door de provincie wordt bepaald door de interacties tussen de betrokken actoren en instituties. Hierbij wordt eveneens uitgegaan dat kennis en de interactie op intern niveau bij de provincie ook van invloed is op de rol die de provincies aannemen.

Wat is de conclusie?
Het onderzoek heeft kwantitatieve empirische informatie opgeleverd over de rol van de provincies bij de ontwikkeling van stationslocaties binnen een provinciaal corridorverband. Er is op nationaal niveau verkennend inzicht geboden in de manier waarop provincies de ontwikkeling van stationslocaties binnen een provinciaal corridorverband trachten vorm te geven. Daarnaast is er gekeken naar de invloed van de bestuurscultuur bij de provincies en de manier waarop zij intern de verwevenheid tussen ruimte en mobiliteit probeert te bewerkstelligen.

Dit explorerend onderzoek laat zien dat er nog veel winst valt te behalen voor de provincies als het gaat om het verweven van mobiliteit en ruimtelijke ontwikkelingen. Zowel op intern als extern niveau. Hierbij valt voornamelijk op dat de stedelijke structuur van de provincies van invloed is op de waardehierarchie binnen de provinciale organisatie en de relaties tussen de bestuurlijke overheidslagen. Opmerkelijk is dat provincies met verschillende economische kernen openen en minder waarde hechten aan hierarchie binnen de organisatie en de bestuurslagen dan provincies met een economische kern.

Welk cijfer heb je voor de scriptie gekregen?
Mijn scriptiebegeleider gaf een 7,5, maar mijn tweede lezer wilde niet hoger dan een 7 gaan.

Waarom heb je voor dit onderwerp gekozen?
Tijdens mijn studies heb ik gewerkt bij NS Vastgoed/Stations. Hier hield ik mij voornamelijk bezig met het onderzoeken van de ontwikkelpotenties van stationslocaties. Tijdens mijn werkzaamheden heb ik interesse ontwikkeld in de politieke en bestuurlijke afwegingen die er worden gemaakt bij het ontwikkelen van stationslocaties. Vooral het spel tussen de bestuurslagen en het afstemmen van diverse beleidsdomeinen heeft mij doen besluiten de scriptie te graan schrijven.

Hoelang is aan de scriptie gewerkt?
In totaal heb ik 13 maanden aan mijn scriptie gewerkt, waarvan 5 maanden besteed aan het schrijven van mijn theoretisch kader en het uitwerken van de resultaten.

Hoe was de begeleiding van de scriptiebegeleider?
De begeleiding was goed en professioneel. In het begin heb ik veel overleg gevoerd over mijn onderzoeksopzet. Dit deed ik zowel met mijn studie- en stagebegeleider evenals een klankbordgroep van professionals. Ik kreeg snel en goede feedback van mijn scriptiebegeleider.

Wat was het moeilijkst aan het schrijven van de scriptie?
Het vinden van respondenten. Dit komt omdat ik kwantitatief en kwalitatief onderzoek heb gedaan en het zéér lastig was om voldoende respondenten voor mijn scriptie te vinden. Om statistische uitspraken te doen was het noodzakelijk om minimaal 12 interviews af te nemen en 30 geretouneerde vragenlijsten terug te krijgen. Vooral dat laaste heeft lang op zich laten wachten. Maar wat wil je, als er gemiddeld 1 á 2 mensen per provincie bezig zijn met de ontwikkeling van stationslocaties.

Wat heb je geleerd van (het schrijven van) de scriptie?
Ik heb geleerd om duidelijke kaders te stellen en niet te veel hooi op je vork te nemen. Ik heb mijn onderzoek erg wetenschappelijk en breed opgezet. Dat laatste maakte het lastig om alles in een goed perspectief te plaatsen en dat is voor lezers en mensen die niet betrokken zijn geweest bij het proces moeilijk te volgen.

Waar zie je jezelf over 5 jaar?
Een leuke en uitdagenende baan als consultant/adviseur of als business developer. Iemand die interessegebieden en beleidsvelden bij elkaar kan brengen. Probleemstellingen kan vertalen naar een concrete aanpak. In ieder geval hoop ik werkzaam te zijn op het gebied van ruimtelijke ordening met aandacht voor financiele en strategische vraagstukken.

Mogen geinteresseerde werkgevers contact met je opnemen?
Ja, dat kan. Mijn contactgegevens zijn bij Mijnstudentenleven.nl bekend.