Help, ik moet reflecteren

Help, ik moet reflecteren

8 januari 2020 Uit Door admin

Je bent een kei van een ict’er of wat dan ook voor specialist in wording. Puzzelen en uitvinden zijn helemaal jouw ding. Voor je stage moet je een reflectieverslag maken. Ook dat nog. Je bent al zo druk met die taaie opdracht, de nieuwe indrukken en het reizen naar je stageplek. Misschien volg je ondertussen ook nog een vak. Dus voelen en beschrijven wat er met jou ‘van binnen’ gebeurt komt later wel, toch?

Goed kunnen reflecteren is net zo belangrijk voor je loopbaan als de kennis en de vaardigheden die je opdoet. Er stromen straks meer mensen uit jouw opleiding. Die weten ongeveer allemaal hetzelfde. Maar jij bent jouw unieke jij. Hoe meer jij over jezelf weet, des te concurrerender je wordt op de arbeidsmarkt. Je kan wel veel weten, maar je moet ook kunnen samenwerken.

Tip 1: dagboek!

Op internet staan veel tips over hoe je een reflectieverslag schrijft, maar als je niet bijhoudt wat er gebeurt, dan valt er niks te schrijven. De allerbelangrijkste tip is dan ook: maak dagelijks (of hooguit wekelijks) aantekeningen. Neem de tijd. Vooral de situaties die spanning opleverden zijn interessant. Helaas heeft ons brein de neiging om die dingen snel te verstoppen. Gauw opschrijven dus hoe je je voelde. Voorbeeld: het zweet brak mij uit en ik trok mij terug toen mijn stagebegeleider vroeg om die klant te bellen.


Tip 2: zoek hulptroepen

Als je het moeilijk vindt om te voelen of om je emoties onder woorden te brengen, zoek dan hulp. Daar is niks vreemds aan. Je stagebegeleider, een goeie vriend(in), een mentor of een coach.


Tip 3: spoor je gedragspatronen op

Iedereen is op zijn manier gebakken. Meestal is dat handig. Het geeft zelfvertrouwen en mensen weten wat ze aan je hebben. Maar soms niet. Dan zijn jouw (onbewuste) overtuigingen contraproductief. Met behulp van reflectie kun je patronen vinden. Wees alert op woorden als ‘nooit’ en ‘altijd’. Voorbeeld: ik mag nooit falen.


Tip 4: onderzoek je denkfouten

Een oude overtuiging is zo ingesleten dat ze als de waarheid voelt. Als je kritisch kijkt, dan ontdek je dat ze niet klopt. Stel jezelf hulpvragen als: zie ik echt aan de ander wat ik denk te zien, weet ik zeker wat hij (of zij) over mij denkt en helpt het als ik mij gedraag zoals die overtuiging voorschrijft, of belemmert ze mij? Voorbeeld: ja, het is een belangrijke klant voor het stagebedrijf. Maar ze laten je bellen omdat ze jou vertrouwen en calculeren in dat je een stagiair bent. Vraag je af of jouw opdrachtgever echt gezegd heeft dat je geen fouten mag maken. Keek hij strenger dan anders? Denk eens na wat het jou kost en oplevert om altijd succes te willen boeken.


Tip 5: alternatief gedrag

Bedenk welk gedrag beter werkt en hoe je dat gaat uitproberen. Voorbeeld: spreek uit dat je het spannend vindt en vraag aan collega’s waar je bij die klant op moet letten.


Tip 6: oordeel niet

Als je reflecteert, dan kom je dingen tegen die je beter wilt doen. Daar zit een valkuiltje. Wees aardig voor jezelf. Je bent aan het leren over je gedrag. Als mens ben je al helemaal ok.

Dit artikel is een gastbijdrage van Youngmentor, coach.

Foto by Simon Migaj from Pexels