Site pictogram Mijn Studentenleven

Student én avondmens? Dan zijn je cijfers lager

Ben je student én avondmens? Dan heb je waarschijnlijk een chronisch slaaptekort en heb je meer moeite met studeren. En dus, logisch gevolg, haal je slechtere cijfers voor tentamens.

Dat blijkt uit onderzoek van de Universiteit Leiden, de Nederlandse Vereniging voor Slaap- en Waak Onderzoek en de Hersenstichting. “Avondtypes zijn het gevoeligst voor slechte slaapritmes”, zegt Kristiaan van der Heijden, universitair hoofddocent en slaaponderzoeker.

Grofweg zijn er drie typen slapers te onderscheiden:

De gemiddelde student in Nederland gaat om 23.35 uur naar bed en heeft 26 minuten nodig om in slaap te vallen. Opstaan doen studenten rond 8.17 uur: dan hebben ze gemiddeld 8 uur en 16 minuten geslapen. Op zich niet zo slecht zegt Van der Heijden. “Jongvolwassenen hebben tussen de acht en negen uur slaap nodig.”

65 procent van de studenten zegt wel langer te willen slapen – gemiddeld anderhalf uur meer – maar doet dat niet. 28 procent zegt precies genoeg te slapen en een enkeling (7 procent) zegt te veel te slapen.

Waarom ze hun leven niet aanpassen aan hun slaapbehoeften?

“Hun prioriteiten liggen anders. Een avond doorhalen voor een tentamen of een pilsje is belangrijker dan goed slapen.”

Ruim een derde van de bijna 1400 gezonde studenten die meededen, voelen zich niet genoeg uitgerust om goed te kunnen studeren. Dat komt mede doordat studenten een onregelmatig leven hebben. Vroeg op voor een college, een nachtje doorhalen om te studeren of te feesten om een andere dag weer uit te slapen, legt de slaaponderzoeker uit.

Vooral avondmensen hebben hier last van. “Die slapen korter dan ochtendmensen. Als de wekker gaat bij de avondtypes, heeft hun biologische klok nog geen signaal gegeven om wakker te worden.” 

Dat resulteert in een ‘slaapschuld’ en uiteindelijk een chronisch slaaptekort. En dan krijg je problemen met je concentratie en het openhouden van je ogen tijdens colleges.

Uit het onderzoek blijkt ook dat studenten niet weten wat goede slaapgewoonten zijn. “De kennis onder studenten is erg beperkt”, concludeert Van der Heijden. Zo denkt 52 procent van de ondervraagden dat intensief sporten vlak voor het slapen gaan een positieve invloed heeft op de slaap.

Daarnaast denkt 30 procent dat je van alcohol voor het slapen gaan beter slaapt. En dat klopt niet, zegt Van der Heijden. “Het tegenovergestelde is waar.”

Slaapproblemen? Probeer dit eens:

  • Drink geen alcohol voor het slapen gaan, dan slaap je dieper.
  • Ga niet intensief sporten kort voor het slapen gaan. Als je dat wel doet, kom je moeilijker in slaap.
  • Je kunt je ‘slaapschuld’ inlossen door ’s middags een uiltje te knappen, maar dan kom je ’s avonds slechter in slaap. Beter is een uurtje eerder naar bed gaan.
  • Als je niet in slaap komt, ga dan even een kwartiertje iets anders doen en probeer het dan nog een keer.
  • Probeer jezelf een regelmatig slaapritme aan te leren. Ga bijvoorbeeld elke avond om 23.00 uur naar bed en sta om 7.00 uur op.

Bij kinderen ziet Van der Heijden dezelfde resultaten terug. Ook bij scholieren geldt: laat slapen = slechtere cijfers. “Dat is anders bij werkende volwassenen. Die hebben meer grip op hun werktijden. Ben je een avondmens en zzp’er? Dan werk je gewoon wat langer door en slaap je de volgende dag uit.”

Studenten kunnen dus beter elke avond op tijd naar bed? “Studenten moeten niet elke dag om 23.00 uur op bed liggen, ze moeten ook af en toe een pilsje drinken.” Maar het is volgens Van der Heijden belangrijk dat er meer balans is in de slaapritmes van studenten.

Bron: NOS; foto: FLICKR/JENS-OLAF WALTER

Mobiele versie afsluiten