Car-sharing: een budgetvriendelijke oplossing voor studenten

Car-sharing: een budgetvriendelijke oplossing voor studenten

22 juni 2015 Uit Door admin

Het bestaat al enige tijd, maar wint nu eigenlijk pas écht aan populariteit: car-sharing, oftewel autodelen. Het fenomeen waarbij auto’s efficiënter ingezet worden, uit zich op verschillende manieren. Zo was er in 2013 bijvoorbeeld een samenwerkingsverband tussen Stadswonen en StudentCar, waarbij deelauto’s beschikbaar werden gesteld voor studenten. Een ander voorbeeld dat onder het overkoepelende begrip ‘autodelen’ valt, is Uber, de app die klanten met (al dan niet officiële) taxichauffeurs verbindt.

Voordelen van car-sharing

Car-sharing is in de eerste plaats een manier om geld te besparen. De vaste lasten die een auto met zich meebrengt, zoals verzekeringen of onderhoudskosten, worden vaak verdeeld onder de eigenaar en de gebruikers. Wanneer het gaat om georganiseerd autodelen, dan wordt het in rekening gebracht bij de organisatie. Uit onderzoek van GfK is dan ook gebleken dat mensen autodelen als oplossing zien wanneer de eigen auto te duur wordt (46%) of wanneer de eigen auto aan vervanging toe is (26%). De kosten die je bespaard door je auto te verkopen, kun je vooraf berekenen door je auto online te taxeren. De Consumentenbond heeft een schatting gemaakt van de gemiddelde maandelijkse besparing en is uitgekomen op een bedrag van € 120,-. Naast deze geldbesparing, zien mensen autodelen ook als oplossing wanneer het concept bij hen past, als ze mensen kennen die ook autodelen en wanneer ze gebruik kunnen maken van combi-arrangementen.

Barrières om de auto te delen

Wanneer studenten en andere volwassenen gevraagd wordt aan te geven waarom zij ervoor kiezen géén auto te delen, is de meest genoemde reden het bezit van een eigen auto. Uit datzelfde onderzoek blijkt echter dat dit niet persé een geldige reden is: de helft van de autodelers is namelijk ook in het bezit van een eigen auto. Verder geeft 23% van de respondenten aan dat het er simpelweg nog niet van gekomen is en geeft 16% aan onvoldoende geïnformeerd te zijn over de mogelijkheden.

Foto: Karen Mardahl